7 tips om langer van je (buiten)kaarsen te genieten

7 tips om langer van je (buiten)kaarsen te genieten

Een goede buitenkaars gaat lang mee. De kaarsen van ByYvonn bieden gemiddeld zo’n 50 tot 300 branduren, maar daarvoor is wel een goede behandeling van de kaars noodzakelijk. Met deze 7 tips haal je het maximale uit je (buiten)kaars en heb je er zo lang mogelijk plezier van!

Tip 1: Zet de kaars op een goede plek neer

De plek waar de kaars staat is bepalend voor de levensduur. Plaats kaarsen bijvoorbeeld nooit in de buurt van radiatoren, een open haard, een kachel, een TV of een andere warmtebron en twee kaarsen niet te dicht bij elkaar. Het kaarsvet kan dan immers smelten. Daarnaast is het uit veiligheidsoogpunt natuurlijk ook belangrijk om een kaars nooit in de buurt van gordijnen of opengaande deuren neer te zetten. Ook is het verstandig om plekken te vermijden waar veel gelopen wordt. Laat tot slot nooit een brandende kaars onbeheerd achter en pas op met kinderen en huisdieren.

Tip 2: Gebruik een buitenkaars nooit binnen

Buitenkaarsen hebben een dikker lont dan kaarsen die geschikt zijn voor binnengebruik, waardoor deze een stuk meer walmen. Bij veelvuldig gebruik kan dit ertoe leiden dat er aanslag op de muren of het plafond ontstaat. Verder kan dit in kleine ruimtes natuurlijk ook tot irritatie leiden bij het ademhalen en dat kan nooit de bedoeling zijn van een sfeervolle kaars.

Tip 3: Knip het lont af voordat je het aansteekt

Steek je de kaars opnieuw aan nadat deze uit is geweest? Knip of knijp de pit dan af tot ongeveer 1 cm boven het kaarsvet. Dit zorgt voor een betere balans tussen de grootte van de kaars en de grootte van de vlam, waardoor de kaars langer meegaat.

Tip 4: Steek geen kaars aan waar stof op ligt

Heb je je kaars een tijdje niet gebruikt en ligt er stof op? Neem de stof dan eerst af met een vochtige doek. Stof is namelijk ook brandbaar en kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Daarnaast kan het stof het gesmolten kaarsvet vervuilen. Let erop dat je bij het afnemen van de kaars het stof niet in het vet wrijft.

Tip 5: Laat een buitenkaars langdurig branden

Het liefst gebruik je een buitenkaars tijdens een lange zwoele zomeravond. Het is namelijk beter voor zulke grote kaarsen om deze langdurig te branden. Alleen dan zal de paraffine gelijkmatig worden verbruikt. Wanneer je de kaars snel weer uitmaken, smelt alleen het binnenste deel van het kaarsvet en ontstaat er een kuil in de kaars, waardoor de maximale brandduur van de kaars niet wordt behaald.

Tip 6: Maak een brandende kaars meteen uit bij slecht weer

Ook in het najaar en in de winter kunnen buitenkaarsen voor een gezellige sfeer zorgen. Het is dan wel extra van belang om het weer goed in de gaten te houden. Wanneer het begint te regenen doe je er verstandig aan om de brandende kaars meteen uit te maken en de kaars droog te zetten totdat het kaarsvet weer is gestold. Water is zwaarder dan kaarsvet en zal dus naar de bodem zakken. Zo ontstaat er een blijvende waterlaag binnenin de kaars. Het lont blijft daardoor ook nat en met een beetje pech krijg je de buitenkaars daardoor niet meer goed aan.

Tip 7: Maak de kaars op de juiste manier uit

Al van kinds af aan wordt ons aangeleerd dat je kaarsjes moet uitblazen. Denk maar eens terug aan je eerste verjaardagstaart. Toch is het voor de levensduur van een buitenkaars beter om deze niet uit te blazen, maar uit te maken door het lont onder te dompelen in zijn eigen kaarsvet. De vlam zal doven en het lont zuigt zich vol met paraffine, waardoor deze beter beschermd is tegen regen en de volgende keer makkelijker aangaat. Daarnaast loop je bij het uitblazen natuurlijk het risico dat je het kaarsvet uit de pot/kaars blaast. Dat geeft een hoop rommel en komt de levensduur van je kaars uiteraard niet ten goede.